English De Bruijn & Co op LinkedIn

Verkoper moet overdrachtsbelastingvoordeel bedingen

Om te voorkomen dat bij opeenvolgende verkrijgingen van onroerende zaken (de zogeheten A-B-C-transacties) de lasten aan overdrachtsbelasting te veel oplopen, bevat de belastingwet een regeling. Deze regeling komt erop neer dat de heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting wordt verlaagd als de doorverkoper (B) van de desbetreffende onroerende zaak deze zaak hooguit zes maanden eerder heeft verkregen (van A). De verlaging van de grondslag is gelijk aan de waarde waarover B overdrachtsbelasting of volledig niet-aftrekbare btw heeft betaald. Op basis van de letterlijke wettekst is het de opvolgende koper (C) die profiteert van de grondslagverlaging. Maar in de praktijk is het gebruikelijk dat C het voordeel van de lagere overdrachtsbelasting vergoedt aan B. Als de opvolgende koper een particulier is en geen professionele koper, moet de doorverkoper van Hof Amsterdam zijn aanspraak op het belastingvoordeel opnemen in de verkoopovereenkomst. De verkoper moet duidelijk maken dat hij alleen wil onderhandelen als hij het belastingvoordeel krijgt toegekend. Doet hij dat niet, dan hoeft de eindkoper hem het overdrachtsbelastingvoordeel niet te vergoeden.

De vermindering van de heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting blijft achterwege als de eerdere heffing van overdrachtsbelasting leidde tot een vermindering van erf-of schenkbelasting.