English De Bruijn & Co op LinkedIn

Vergrijpboete voor adviseur

Het mag niet maar toch gebeurt het met enige regelmaat; het indienen van (onjuiste) nihilaangiften omzetbelasting, om te voorkomen dat er een systeemaanslag (uiteraard met boete) wordt opgelegd. Vaak zal de gedachte (althans de wens) van de ondernemer nog wel zijn om de hierdoor ontstane achterstand in te lopen, maar dat valt bij een onderneming die vaak toch al in de financiële problemen zit doorgaans niet mee.

In veel gevallen wordt deze onjuiste aangifte (dan wel het opzettelijk niet indienen van een suppletieaangifte) niet door de ondernemer zelf gedaan, maar door diens adviseur. Als die adviseur opzettelijk onjuiste aangifte doet (of nalaat te suppleren) mag – zo besliste onlangs de Rechtbank Noord-Holland – de Belastingdienst aan die adviseur een vergrijpboete opleggen. In het berechte geval was na het opmaken van de jaarstukken gebleken dat over enkele jaren ruim € 20.000 te weinig aan omzetbelasting was aangegeven. De onderneming verkeerde in financiële problemen, en men was van oordeel dat men zelf al het aanwezige geld nodig had om de onderneming overeind te houden. Een belastingaanslag kon bruin(tje) niet trekken dus werden er geen suppletieaangiftes ingediend. De Belastingdienst kwalificeerde deze gang van zaken als het medeplegen van het delict van onjuist aangifte doen van de adviseur. Er was namelijk sprake van ‘een nauwe en bewuste samenwerking tussen twee of meer (rechts)personen’.

Het te zeer ter wille willen zijn van een klant kan de adviseur zelf in grote problemen brengen.