Het is de laatste jaren strijk en zet: zwartspaarders die met behulp van informatie van dubieuze herkomst (in de regel afkomstig van tipgevers die zich schuldig hebben gemaakt aan diefstal of heling) worden opgespoord en berecht. Het verweer dat de Belastingdienst van die informatie geen gebruik mocht maken werd tot nu toe bijna steeds door de fiscale rechter verworpen. Daarom was het een grote verrassing dat het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch onlangs besliste dat er bij het gebruik van gestolen bewijs ruimte is voor een belangenafweging. Is sprake van een ernstige inbreuk op de rechtsorde, dan kan het zo zijn dat bewijs onbruikbaar is. En in dit geval was volgens het hof sprake van zo’n ernstige inbreuk. Want door haar tipgevers te betalen voor verduisterde informatie maakte de fiscus zich schuldig aan heling. Daarvoor kan de inspecteur of de staatssecretaris niet strafrechtelijk vervolgd worden, maar de sanctie van bewijsuitsluiting is in gevallen als deze wel degelijk mogelijk. En dat was precies wat het hof in deze zaak deed. Dat de gestolen informatie altijd juist en betrouwbaar was geweest deed daar niet aan af.
Inmiddels is door de staatssecretaris (opnieuw) beroep in cassatie ingesteld, waarmee de strijd tegen zwart geld een volgende fase ingaat. Wordt vervolgd.