English De Bruijn & Co op LinkedIn

Opgelegde fiscale boete wekt geen vertrouwen op voor volgende jaren

Als de Belastingdienst een belastingplichtige een verzuim- of vergrijpboete oplegt voor een bepaald feit, is in principe geen strafrechtelijke vervolging meer mogelijk voor datzelfde feit. Uit een recente zaak voor Rechtbank Rotterdam blijkt echter dat de belastingplichtige wel goed in de gaten moet houden voor welk feit en over welke periode hij precies een boete moest betalen. Een fiscale boete voor een strafbaar feit uit de ene periode sluit dus strafrechtelijke vervolging voor een vergelijkbaar feit over een andere periode niet uit. Evenmin mag een belastingplichtige erop rekenen dat hij vanwege een fiscale boete voor een feit in een eerdere periode, voor eenzelfde feit in een andere periode ook alleen maar een fiscale boete hoeft te vrezen. De rechtbank vindt niet dat hierbij een beroep op het vertrouwensbeginsel mogelijk is.

Als nieuwe bezwaren zich voordoen, is strafrechtelijke vervolging wel mogelijk voor een feit waarvoor de belastingplichtige al een fiscale boete moest betalen. In dit verband kunnen alleen verklaringen van getuigen of van de verdachte en stukken, bescheiden en processen-verbaal, die later bekend zijn geworden of niet zijn onderzocht, kwalificeren als nieuwe bezwaren.