English De Bruijn & Co op LinkedIn

Na late inkeer is boete van 30% redelijk

Wie opzettelijk inkomen of vermogen heeft verzwegen en dit meer dan twee jaar later pas bekent aan de fiscus, kan een vergrijpboete verwachten. De Belastingdienst moet in geval van een late maar nog steeds vrijwillige inkeer wel de vergrijpboete matigen. Zo had een vrouw in een zaak voor Hof Arnhem-Leeuwarden over de jaren 2002 tot en met 2008 haar Zwitserse bankrekening verzwegen. Toen zij later inkeerde, legde de inspecteur haar een boete op van 30%, terwijl normaal gesproken de boete 50% zou bedragen. Het hof oordeelt dat de fiscus de boete voldoende heeft gematigd en redeneert daarbij als volgt. De vrouw heeft er zelf voor gekozen om gedurende diverse jaren een deel van haar vermogen op een rekening te houden in een land met een bankgeheim. Zo heeft zij een deel van haar vermogen jarenlang buiten het zicht van de fiscus weten te houden. Onder deze omstandigheden vindt het hof een matiging tot een boete van 30% voldoende.

Het verzwijgen van de buitenlandse rekening had hier plaatsgevonden voordat de maximale boete op dit vergrijp in 2009 is gemaximeerd van 100% naar 300%. Een vergrijpboete voor het opzettelijk verzwijgen van buitenlandse rekeningen in latere jaren zal waarschijnlijk ook na matiging hoger uitpakken.