English De Bruijn & Co op LinkedIn

Dividendbelasting van tafel: hoe nu verder?

Onder grote maatschappelijke en politieke druk is het voornemen om de dividendbelasting af te schaffen van tafel gegaan. Het daarmee bespaarde bedrag biedt ruimte om het ‘pakket vestigingsklimaat’ te heroverwegen. In dat kader zijn door de Staatssecretaris van Financiën de maatregelen voorgesteld:

  • het niet afschaffen van de dividendbelasting;
  • het niet per 1 januari 2020 invoeren van de met het afschaffen van de dividendbelasting onlosmakelijk verbonden bronbelasting op dividenden naar laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties;
  • het niet doorvoeren van de vastgoedmaatregel voor fiscale beleggingsinstellingen in de vennootschapsbelasting;
  • een verdere verlaging van het hoge Vpb-tarief naar 20,5% in 2021;
  • een verdere verlaging van het lage Vpb-tarief naar 15% in 2020;
  • een overgangsmaatregel voor de beperking van de afschrijving op gebouwen in de vennootschapsbelasting.

Met de voorgestelde maatregelen wordt de opbrengst van de dividendbelasting bestemd voor het bedrijfsleven. Voorstellen om met dit geld (bijvoorbeeld) de salarissen in de publieke sector te verhogen zijn niet gevolgd.