English De Bruijn & Co op LinkedIn

Belastingdienst vat economische verwevenheid te eng op

Als twee of meer ondernemers voor de btw een fiscale eenheid (FE OB) willen vormen, moeten zij onder andere economisch met elkaar zijn verweven. Uit twee arresten van de Hoge Raad blijkt dat de fiscus soms te streng is in het toetsen op economische verwevenheid. Zo stelde de Staatssecretaris van Financiën dat geen economische verwevenheid kan bestaan tussen een ondernemer die voor minstens 90% niet-economische handelingen verricht en een ondernemer die voor 90% of meer presteert voor de niet-economische activiteiten van de eerstgenoemde ondernemer. Bij nauwe economische betrekkingen moet het gaan om economische activiteiten van de beoogde FE OB, aldus de Staatssecretaris. Maar volgens de Hoge Raad gaat het bij de toets voor de aanwezigheid van economische verwevenheid om onderlinge verwevenheid van de desbetreffende ondernemers. De prestaties die de ene ondernemer verricht voor de niet-economische activiteiten van een andere ondernemer tellen dus ook mee. Men moet in ieder geval uitgaan van economische verwevenheid als de ene ondernemer zijn activiteiten voor 70% of meer uitoefent ten behoeve van de andere ondernemer.

De Belastingdienst heeft ook een FE geweigerd tussen twee lichamen omdat hun activiteiten niet voor minstens 70% bedoeld waren om een gemeenschappelijke klantenkring te bedienen. De Hoge Raad oordeelt echter dat economische verwevenheid zich ook kan voordoen als tussen de twee ondernemers onderlinge niet-verwaarloosbare economische betrekkingen bestaan. Het leveren van goederen aan derden sluit zulke betrekkingen niet uit.