English De Bruijn & Co op LinkedIn

Afwaardering van vordering vereist oninbaarheid

Als een schuldeiser een vordering op een gelieerde schuldenaar wil afwaarderen ten laste van zijn fiscale winst, wil de Belastingdienst de mogelijkheid tot afwaarderen nogal eens in twijfel trekken. Vaak weigert de inspecteur een fiscale afwaardering van een vordering omdat hij meent dat de lening onzakelijk is.  Maar de Belastingdienst mag een afwaardering ook weigeren als de vordering nog steeds inbaar is. Deze situatie is bijvoorbeeld aan de orde als de schuldenaar voldoende zekerheid heeft gesteld.

De schuldeiser dient wel enige zekerheid te bedingen. De lening moet immers zakelijk zijn.  Een derde zou ook bereid moeten zijn om onder dezelfde omstandigheden de lening te verstrekken tegen een winstonafhankelijke vergoeding.